Na 3 wedstrijden tegen de zwakke broeders (GC2, Assen en Almelo) was het tijd voor een echte kraker, in en tegen koploper MSV uit Meppel.
Met 3 gerate spelers boven de 2200, waaronder een GM leek het vooraf een zware kluif, maar na wedstrijden afgelopen seizoen van ons 2e en daarna 3e team wisten we dat er zeker wat te halen viel. Na enig overleg via de mail, waarbij en passant besloten werd eens gebruik te maken van een groepsretour (lang leve de NS!), was de opstelling bekend. Marieke of Michiel zou GM Dennis de Vreugt gaan bestrijden, Anne nam het hoogste zwartbord voor zijn rekening en voor de rest werd er vooral wat gehusseld. Op bord 8 zou onze super sub Wouter meedoen na zijn overwinning in 13 zetten tegen Almelo.

Dit seizoen begint ons avontuur met een massakamp tegen Hardenberg. Ons derde reist samen met ons af, zij spelen tegen Hardenberg 1 in de KNSB, wij mogen aantreden tegen Hardenberg 2. Dan is er tegelijk ook nog een wedstrijd van het Talententeam in dezelfde speelruimte. Genoeg te beleven dus.

Helaas begonnen we - al gisteren - slecht, want T5 bleek het enige team van de eerste ronde die niet met alle basisspelers aan de wedstrijd kon beginnen. Onze drijvende kracht Jarich was helaas ziek, maar een andere ijzervreter was gauw gevonden in de persoon van Csaba.

Daarna begon het zweten, want het was warm en moeilijk. Hardenberg is een lastige tegenstander, en we hebben het eigenlijk altijd moeilijk tegen hen. Vorig seizoen hadden we met T5 een zware nederlaag en het jaar ervoor was T4 kampioen geworden door van Hardenberg 2 te verliezen. Maar we hadden ons voorgenomen om dit seizoen punten mee naar huis te nemen. Toch kwamen maar liefst drie teamleden aan mij vragen of ze remise mochten aanbieden/aannemen. Ik moest ze allemaal "liever niet" verkopen omdat het er niet zo goed uitzag tot een uur of 16:00.

Vanuit verloren positie wist Csaba alleen plotseling te winnen, en dat veranderde de situatie nogal. Zelf had ik inmiddels verloren en ik zag Peter van Bart langzaam maar zeker de winst binnen hengelen. Omdat Rene intussen remise niet meer kon ontlopen en ook Yannics winstpoging mislukte en op remise bleef steken stond het 3-2 voor ons. Er speelden nog drie borden. Albert leek potremise te staan, al had hij een dubbelpion die als klein nadeel gezien kon worden. Robert had een wilde stelling maar leek toch de betere kansen te hebben en Joop stond in een wat onduidelijker eindspel iets beter. In mijn meest voorzichtige schattingen eindigde de wedstrijd in 4-4, en het leek zelfs even op 5-3 voor ons af te stevenen.

Maar toen sloeg het noodlot toe: Joop wist zijn winstkansen niet te verzilveren en moest genoegen nemen met remise, en Robert kwam niet goed uit de wilde stelling en verloor. De tegenstander van Albert ging er even goed voor zitten en speelde net zo lang totdat Albert een klein foutje maakte. Daar gingen de matchpunten, glipten zo tussen onze vingers door. Ook het derde kon het niet bolwerken tegen het sterke Hardenberg 1, dus de massakamp van ronde 1 is qua resultaat voor ons niet zo best verlopen. Daar staat tegenover dat het in Hardenberg altijd prettig schaken is, dus moeten we het volgend jaar maar nog eens proberen. Die revanche moet er toch een keer inzitten...

 

Wie mijn vorige verslag heeft gelezen, weet dat Deldenaren niet van stilte tijdens hun schaakpartij houden.  Op het Deldense platteland zal deze opvatting voor weinig problemen zorgen, maar in een metropool als Enschede gaat dit helaas niet op. Er zijn hier namelijk zoveel mensen, dat het niet heel onwaarschijnlijk is dat er iemand aanwezig is die deze opvatting niet deelt. En het toeval wil dat er deze keer zo iemand tegen ons vierde viertal moest spelen.  

 

Nog voordat de wedstrijd begon keek ik een beetje om mij heen, en zag ik deze man ook wat rondkijken.  “Kijk, iemand die contact zoekt. Mooi dat er ook nog sociale schakers zijn!”, dacht in aanvankelijk. “Hij kijkt wel een beetje boos, maar dat zal wel zijn neutrale gezicht zijn. Daar heb ik zelf ook dikwijls last van als ik mij concentreer.” Echter, niets bleek minder waar. Nog voordat de klok in werking was gesteld begon hij te klagen dat het echt niet kon dat de mensen op de interne avond aan het praten waren. Toen de ronde was begonnen, was ik het even met hem eens, maar ach, na vijf minuten is er niks meer aan de hand, zou je zeggen. Toch?

 

Helaas dachten de Deldenaren hier anders over: “Ai, die zet had ik al verwacht.” “SST!”  “Tja, sta ik in de penning.” “SST!” “Hmm, het moet maar.” “SSSSST!” Naast al het “SSSST”-en maakte de man wilde handgebaren in de richting van de persoon die hem dwarszat.

 

Omdat ik ook niet goed wist of mijn tegenstander verwachtte dat ik terug zou praten, probeerde ik zo weinig mogelijk tijd achter het bord door te brengen.  Ik maakte een rondje, en besloot eens te kijken waar deze man vandaan kwam. Bij welke vereniging zou het toch gebruikelijk zijn om op zo’n stricte wijze de stilteregels te handhaven? Wellicht Winterswijk?  Toch maar eens op het blaadje kijken.  Dit bleek niet heel makkelijk te zijn, want toen ik nog een meter van zijn bord verwijderd was, keek de man kwaad achterom, en bewoog hij zijn ellebogen dreigend naar achteren om zijn terretorium af te bakenen. Ai! Ik keek weer terug naar mijn tegenstander: “Ach nee, die zet kan ook al niet.” “SST!” Nog steeds in dubio of ik nu iets moest zeggen, besloot ik toch maar verder richting het blaadje te lopen. Toen ik de letters achter ‘uit spelend team:’ zag, kon ik mijn ogen niet geloven: ‘Lonneker’. De man die geen geluid kan verdragen speelt intern in het kippenhok van de SBO!

 

Niet veel later stonden we allemaal goed tot gewonnen, wat de Deldenaren niet minder deed praten: “Ach, ik moet dit maar proberen” “SST!” “Hmm, het zal zo wel voorbij zijn” “SST!” “Hé, wat is die man zich aan het aanstellen.” “SSSST!”

 

Ondertussen had ik ontdekt dat naast dreigen, de man eigenlijk nooit echt mensen aanviel, dus ik ging zoveel mogelijk (uiteraard binnen de grenzen van het fatsoenlijke) achter zijn bord staan, om de spanning van zo dichtbij mogelijk mee te maken. Toen één van zijn teamgenoten klaar was, sprak deze een paar vriendelijke woorden met zijn tegenstander: ”Ja, ik stond wel een stuk voor, maar gez...” “SST” “...ien mijn tijd, ben ik eigenlijk wel blij met remise.” Aangezien het “SST”-en niet hielp, stoote hij de teamgenoot naast hem aan om zijn andere teamgenoot weg te sturen. Hij wapperde wat met zijn hand richting de andere teamgenoot. “Wil je weten wat hij gedaan heeft?” “SST!” “Huh? Oh, hij heeft remise gespeeld.” “SST!” 

Ik keek opzij en zag ik dat Maarten ook geïnteresseerd het gesprek stond te volgen. Op zo’n moment kijk je elkaar aan, en weet je dat je beter niet kunt praten. Kortom, hèt moment waarop men de slappe lach oploopt, en zo ook deze keer. Ik rende snel de zaal uit, om even later weer terug te komen.

 

Gelukkig heeft de voorstelling ons niet te veel afgeleid, en hebben we gewoon met 4-0 gewonnen. Maar veel belangrijker is, we hebben genoten van één van de meligste schaakavonden sinds tijden!

We schrijven zaterdag 12 april 2014. Voor ons is het zaak te scoren, want in de laatste ronde wacht ons geen makkelijke tegenstander en als we verliezen kan de laatste ronde nog wel eens een spannende aangelegenheid worden. Gelukkig is ook de kans aanwezig dat we ons veilig stellen als we verliezen, want vooraf leek dat de meest waarschijnlijke uitkomst. Tegenstander Sissa 2 is weliswaar net als wij ook afgelopen jaar gepromoveerd, maar heeft een stuk hogere rating en speelde eigenlijk het hele seizoen om de eerste plaats mee.

 

Een klein gelukje vooraf hadden we, want Sissa 2 was behoorlijk verzwakt. Eén van de talentvolle broers Van Foreest speelde waarschijnlijk in het eerste want hij was er niet bij. En we constateerden op de laatste borden twee onbekende namen. Ook wij waren niet compleet, maar in Wouter Jans hadden we een betrouwbare en goede invaller, dus van verzwakking aan onze kant kan nauwelijks gesproken worden.

Ik heb op bord zeven een lange en intensieve partij gespeeld, dus ik heb niet van alle partijen veel gezien. Duidelijk was wel dat op bord 2 Bert van der Marel sterk speelde en een duidelijk voordeeltje had die hij leek te gaan uitbuiten. Op bord 1 was het een wilde partij tussen Geon Knol en André Krueger. Wat vooral van deze wedstrijd in onze herinnering zal blijven zijn de gekke wendingen in een aantal partijen. Sjoerd en Peter wonnen zonder gekke dingen uit te halen. Norbert speelde naast mij een solide Caro Kann en kwam eigenlijk niet in de problemen, maar wist ook geen voordeel te halen. Wouter Jans had voor de verandering eens een flinke aanval op het bord gezet en wist zijn tegenstander te overklassen met een puike partij. Daarmee kwamen we op 3,5 punt, en toen was eigenlijk het goede nieuws op.

 

Wouter de Haas kreeg een goed dameoffer tegen, ik stond een pion achter in een slechte stelling en André had nog steeds een wilde stelling die wel leuk leek maar aldus hem achteraf verloren was.
Gelukkig voor ons miste de tegenstander van Wouter een ontsnappingsvariant die wel mat in zeven was geweest, en met een dame tegen een toren achter ging hij op zet 40 door de vlag. Een mazzeltje waardoor we essentiele punten binnen hadden en degradatie definitief afgewend was!

André en ik speelden nog. Ik was redelijk wanhopig want inmiddels stond er een pion op a7 met alleen mijn toren op a8 ervoor om hem tegen te houden en er leek geen manier om uit die benarde positie te ontsnappen. Ik zag meerdere vervelende varianten voor mij, maar toen mijn tegenstander die varianten niet speelde besloot ik maar door te knokken. Na lang geschuif zag mijn tegenstander een truc over het hoofd waarmee ik een toren en de partij won, geheel tegen de verhoudingen in.

 

André was ondertussen nog steeds aan het knokken, maar ook hij wist aan het einde van de middag te melden dat hij gewonnen had; en ook dat het onverdiend was geweest.
Zo heb je soms pech, en soms heb je geluk. Het lijkt erop dat wij met ons geluk gepiekt hebben deze keer. Voor de gemoederen volgend jaar is het misschien een idee om dat geluk volgend jaar wat meer over de wedstrijden te verspreiden en zo eerder klassebehoud binnen te halen... al is het ook wel eens leuk om met grote cijfers te winnen natuurlijk.

  

T  ESG Dr. Max Euwe 4   1936   SISSA 2  1923   6½   1½ 
1.  Andre Krueger 2165  Geon Knol 2093 1 0
2.  Jorg Kucheyda 2071  Lambertus van der Marel  2143 0 1
3.  Sjoerd van Willigen 1991  Eric Jan Walinga 1975 1 0
4.  Wouter de Haas 1919  Arjan Dijkstra 2018 1 0
5.  Norbert Raygrotzki 1862  Maarten Hemmes 1934 ½ ½
6.  Peter Schelwokat 1838  Elias Oude Brunink 1800 1 0
7.  Remko Algera 1805  Joris Leertouwer 1804 1 0
8.  Wouter Jans 1839  Tim van Zuylen 1616 1 0

KNSB Klasse 3A, Ronde 5, 8-2-2014

De Twee Kastelen – ESG Dr. Max Euwe 4

 

In de vijfde ronde van de KNSB competitie mocht ons vierde team aantreden tegen mededegradatiekandidaat De Twee Kastelen uit Buitenpost (ergens tussen Groningen en Leeuwarden). Een belangrijke wedstrijd aangezien ze onder ons staan en we dat graag zo willen houden. Het duurt een uur of drie om er te komen met de trein, maar met Wouters tactiek oefeningen werd de reistijd nuttig besteed.

 

Na een uurtje in de wedstrijd zag alles er nog prima uit. Bij Wouter op bord 7 had ik eigenlijk stiekem al wel een puntje genoteerd op het moment dat zijn tegenstander koningsindisch speelde. Sjoerd op bord 6 kwam ook heel lekker uit de opening, en Jörg aan bord 1 was zoals altijd alweer in een scherpe stelling beland die mogelijkheden leek te bieden.

 

Toen de eerste resultaten binnenkwamen was het echter niet al te best. Jörg was druk aan het aanvallen bij tegenovergestelde rokades, maar zijn tegenstanders aanval was iets sneller. Nadat deze vervolgens een paar stukken af wist te ruilen was de stelling dermate droevig voor onze man dat het geen zin meer had om door te spelen (0-1). Ook Norbert aan bord 4 moest vrij vroeg de strijd staken. Ik moet toegeven dat ik niet precies weet wat er gebeurde, maar hij had iets gemist in de opening waardoor hij een pion achterkwam en positioneel ook nog eens hopeloos stond. Hier zag hij uiteindelijk geen mogelijkheden meer (0-2).

 

Op bord 8 speelde Kirsten een gesloten Siciliaan. Door een verkeerde opzet kon haar tegenstander zonder veel risico aanvallen, en dit wist hij uiteindelijk om te zetten naar stukwinst waarna Kirsten opgaf (0-3). Gelukkig wist André aan bord 2 op dat moment wel wat terug te doen. In het Slavisch wist hij een doorbraak te forceren waarna hij eigenlijk direct beter stond. Vervolgens pakte hij de stelling van zijn tegenstander vakkundig in (1-3).

 

Het zag er op dat moment niet best uit. Wouter en ikzelf stonden duidelijk prettig, maar bij Peter en Frank leek het toch lastiger te worden. Frank aan bord 5 kwam prima uit de opening maar had niet meer bereikt dan een gelijke stelling. Zijn tegenstander was echter in staat een koningsaanval in te zetten, die voor Frank lastig te pareren was. Net toen het gevaar weer geweken leek, had zijn tegenstander een venijnig zetje waardoor mat onontkoombaar was (1-4).

 

Op dit moment was de tijdscontrole gehaald en kon er weer eventjes rustig ademgehaald worden. Peter aan bord 3 had in de opening het initiatief afgestaan aan zijn tegenstander die een gevaarlijke aanval opbouwde. Dit leidde uiteindelijk tot een eindspel waarin Peter een toren had tegen twee lopers. Hier hadden we toch eigenlijk wel gerekend op een nul, totdat zijn tegenstander opeens een volle loper weg gaf en daarmee ook de hele partij (2-4). Wouter en Sjoerd waren vervolgens nog over om te proberen een matchpunt uit het vuur te slepen. Wouter stond een pion voor in een eindspel met beide nog twee paarden en wat pionnen. Sjoerd (ikzelf) stond al vroeg goed omdat zijn tegenstander in de opening het verkeerd aanpakte. Hierna zag hij de noodzaak een tactische uitweg te zoeken maar dat werkte totaal niet. Uit een breed aanbod van goede zetten wist ik echter niet de beste te vinden waardoor mijn tegenstander nog remisekansen kreeg in een eindspel waarin hij twee pionnen had voor een paard. Dit was uiteindelijk gelukkig toch te winnen toen de koning vast werd gezet voor zijn eigen h-pion (3-4).

 

Op dat moment was het aan Wouter om te proberen er 4-4 van te maken, maar die kans leek erg klein. In het koningsindisch had hij in een tactische wending een pion gewonnen, maar het eindspel van twee paarden +4 tegen twee paarden +3 leek toch vrij remise. In een poging wat winstkansen te creëren offerde wouter één van zijn paarden tegen wat pionnen, om zo de situatie paard +3 tegen twee paarden te creëren. Dit was met correct spel van de tegenstander alsnog remise (volgens Wouter zelfs vrij makkelijk), maar zijn tegenstander overzag dit volledig en ging in de fout. Wouter wist één van zijn pionnen te promoveren, en uiteindelijk werd het dame tegen paard eindspel soepel naar winst geleid! 4-4!

 

T

De Twee Kastelen

1973

ESG Dr. Max Euwe 4

1962

4

4

1.

Jeroen Weggen

2129

Jorg Kucheyda

2071

1

0

2.

Bruno Jelic

2078

Andre Krueger

2165

0

1

3.

Albert Jan Hummel

2080

Peter Schelwokat

1838

0

1

4.

Bart Lemstra

2028

Norbert Raygrotzki

1862

1

0

5.

Johan Adema

1896

Frank Grube

1941

1

0

6.

Gerben van der Heide

1865

Sjoerd van Willigen

1991

0

1

7.

Jan Sybren Zagema

1836

Wouter de Haas

1919

0

1

8.

Leffert Nicolai

1875

Kirsten Solberg

1916

1

0

 

Een belangrijk matchpunt dat ons op de zevende plaats houdt. Handhaving in de KNSB is binnen handbereik!